HCM

HCM of hypertrofische cardiomyopathie is een erfelijke ziekte die voorkomt bij katten en waarbij door een abnormale verdikking van de hartspier het pompvolume van het hart gaat verminderen met een gebrekkige bloedcirculatie tot gevolg.

Symptomen

Cardiomyopathie leidt uiteindelijk tot hartfalen. Meestal treedt de aandoening pas na 2-3 jaar op en wordt dan in het verloop van de tijd steeds ernstiger. Een enkele keer ook als de kat nog veel jonger is. Op jonge leeftijd merk je er vaak nog niets van.

De meeste katten met HCM zijn suf, ernstig benauwd of ademen snel. Vaak ademen ze daarbij door de mond. Soms vallen ze plotseling flauw of gaan acuut dood door hartstilstand. Vaak hebben ze ondertemperatuur en weinig of geen eetlust. De hartfrequentie is doorgaans hoog, maar andere katten hebben juist weer een normale of zelfs te lage hartslag. Dat laatste zie je vooral bij te lage lichaamstemperatuur. De pols in de lies is slecht te voelen.

Bij auscultatie (beluisteren) van het hart is duidelijk een hartruis te horen, maar niet elke hartruis betekent HCM. Soms is er een typisch galopritme te horen. Vraag aan je dierenarts of je ook eens mag luisteren.

Katten met een te snelle en/of onregelmatige hartslag zijn verdacht van HCM. Bij katten met koude achterpoten of plotselinge achterhandverlamming is de diagnose wel zeker.

Diagnose

De klinische verschijnselen, alsmede ras en leeftijd bij de kat, het beluisteren van het dier, röntgenonderzoek en echocardiografie (techniek waarbij men met behulp van ultrasonegeluidsgolven binnen in het hart kan kijken.) kunnen tot de juiste diagnose leiden. Met een echo meet men de dikte van de hartwand en kunnen ook bloedklonters worden vastgesteld. Die echo moet elk jaar herhaald worden.